Gerald Schut
‘Met 150 euro koop je je leven.’ We kregen het advies toen we vijftien jaar geleden voor enkele jaren naar West-Afrika vertrokken. Overvallers vinden het een bevredigende buit. Met drie briefjes van vijftig op zak red je je uit bijna iedere voorstelbare levensbedreigende situatie. Dag in dag uit hebben daarom enkele biljetten als een soort talisman in een buitengewoon onsexy backpackers-gordel rond mijn lendenen gehangen.
De biljetgordel was een aanmerkelijk betere keuze dan de invulling die ik een decennium eerder aan hetzelfde concept gaf tijdens een lange reis in Zuid-Amerika. Ik had een stapeltje American Express Travellers Cheques – bestaan die eigenlijk nog? – onder de inlegzooltjes van mijn schoenen verborgen. Best slim vond ik zelf, maar na enkele maanden bleken de waardepapieren verschrompeld tot een amorf schimmelend hoopje pseudo-biomassa. Onleesbaar in ieder geval. Dan beter een papieren amulet rond de heupen. Al doende leert men.
Ik moest hier aan denken toen ik bij de sportvereniging een gelauwerde Nederlandse schrijver zag langskomen, die onlangs in een sterk pleidooi tegen regeltjes en protocollen vertelde over een incident bij een benzinestation. Hij had zijn auto volgetankt. Bij de kassa bleek het pinapparaat defect. Wat nu? Kon hij het geld overmaken? Nee. De bediende kon niets beters bedenken dan een de facto gijzeling tot het pin-apparaat weer werkte.
Zoals steeds meer mensen, had de schrijver geen contant geld bij zich, waardoor zijn enige zinvolle handelingsperspectief was om dan maar zonder te betalen weg te rijden – en achteraf een bedrag over te maken. Vorige week schoot ik hem aan met de vraag of hij inmiddels wel contant geld bij zich draagt. Nee, zo had hij er niet naar gekeken.
Het incident bij het tankstation is vrij onbetekenend, maar illustratief voor onze fragiliteit als er een grote storing is. In het voorbije coronajaar is het aandeel contante betalingen teruggelopen naar 20%. Steeds minder mensen hebben cash bij zich. Dat is jammer. Niet alleen als je naar een rommelmarkt gaat. Maar vooral in het best denkbare scenario van een grote langer aanhoudende storing. Het aantal cyberaanvallen neemt toe. Hoe fijn is het dan als iedereen genoeg cash heeft om een paar dagen boodschappen te doen, zodat we niet direct massaal aan het plunderen hoeven te slaan?
Twee jaar geleden presenteerde de WRR het rapport ‘Voorbereiden op digitale ontwrichting’. Gevraagd wat burgers zelf kunnen doen om beter bestand te zijn tegen grote digitale ongelukken, antwoordde WRR-voorzitter Corien Prins met een wedervraag aan een volle zaal: ‘Mag ik de handen zien van iedereen die op dit moment contant geld op zak heeft?’ Minder dan een kwart. ‘Nou, dat dus,’ besloot Prins.
Die toverpapiertjes vormen niet alleen in Afrika een beschermend schild.