Dorine Schenk
Wilde dieren die zich bedreigd voelen door stropers bewegen anders dan wanneer ze ontspannen rondlopen. Die bewegingen, die dus veel informatie over het gedrag van dieren kunnen bevatten, blijk je vast te kunnen stellen met een enkele sensor – een accelerometer, die versnellingen meet – op een dierenlijf. Dat concludeert onderzoeker Jacob Kamminga van de UT.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om een kudde vee te ‘managen’ of om de biodiversiteit in een bepaald gebied te monitoren. Door de metingen te koppelen aan locatiegegevens kunnen onderzoekers analyseren of dieren voldoende bewegingsvrijheid en voedsel hebben en of ze te maken krijgen met de bewoonde wereld.
Het ontwerp van de sensor is erop gericht om een klein, compact en energiezuinig apparaatje te maken. Wel zo handig als je langdurig metingen wil doen en niet even langs het dier kunt om het batterijtje te vervangen.
Daarom koos Kamminga voor een enkele sensor voor het meten van de beweging. ‘Een gyroscoop toevoegen, die draaiingen meet, kan het iets nauwkeuriger maken, maar die gebruikt tot honderd keer meer energie’, legt hij in een persbericht uit. Verder worden de sensormetingen herkend door een ingebouwd intelligent systeem dat met ruwe data om kan gaan en dus niet getraind hoeft te worden, wat arbeidsintensief is. Om te voorkomen dat er meerdere soorten sensoren nodig zijn, moet het systeem bovendien werken voor verschillende dieren.
Tenslotte moeten de metingen via een mobielnetwerk of satellieten naar onderzoekers gestuurd worden. Daarbij wordt energie bespaard door enkel informatie te verzenden als er iets verandert in de metingen.