Gerald Schut
Netbeheerder Stedin is in de Utrechtse wijk Overvecht vorige maand een experiment begonnen met een inpandige batterij om de stroompieken van inductieplaten op te vangen in een flat die volledig is overgestapt op elektrisch koken. Stedin hoopt met de strategische inzet van batterijen netverzwaring te kunnen vermijden of uitstellen. Hiermee creëert het ruimte voor woningcorporaties om te beginnen met verduurzaming op plekken waar anders het stroomnet een bottleneck zou kunnen vormen.
Sinds september heeft Stedin in een flat (met 20 appartementen) van woningcorporatie Mitros een relatief bescheiden batterij van iwell (30 kWh/ 30 kW) geplaatst. De netbeheerder vergelijkt het verbruiksprofiel in deze flat met louter elektrische kookplaten met een identieke flat waar op gas gekookt wordt. ‘Inductieplaten hebben een vermogen tot wel 11 kW, terwijl de gemiddelde netaansluiting op 2 kW gelijktijdig per woning is uitgelegd,’ zegt Warmold ten Zijthoff, Innovatiemanager Energietransitie bij Stedin. Als iedereen op vol vermogen tegelijk zou gaan koken zou dat dus een probleem kunnen geven. Stedin rekent op een extra gelijktijdig verbruik van 0,8 kW per huishouden waar elektrisch wordt gekookt. De batterij kan die piekbelasting hopelijk opgevangen.
‘We hebben de batterij geplaatst in een gebouw waar de infrastructuur de extra stroomvraag aankan, maar als dit werkt kunnen we de batterij hopelijk inzetten bij gebouwen waar wél extra stroomkabels nodig zouden zijn voor elektrificatie,’ stelt Van Zijthoff.
De netbeheerder anticipeert op veel werk. Om het klimaatdoel voor 2050 te realiseren moet Stedin in 30 jaar de verduurzaming van 2 miljoen woningen faciliteren, dat is bijna 6 duizend per maand. Van Zijthoff: ‘Woningcorporaties houden vaak weinig rekening met de impact van bijvoorbeeld elektrisch koken op het elektriciteitsnet. Wij hopen met dit soort batterijen te zorgen dat verduurzamingsplannen desondanks toch doorgang kunnen vinden. En we hopen natuurlijk bewustzijn bij de corporaties te kweken.’